Pieter Bruegel - De Toren van Babel

De oplossing voor alle wereldproblemen? ‘Door technologische innovatie kan er voorzien worden in alle basisbehoeften.’

Kunnen we ons uit de grote wereldproblemen innoveren? Klimaatverandering, honger, armoede – er zijn nogal wat problemen in de wereld die een oplossing verdienen. Komt die oplossing vanuit technologische innovatie? Gaat de voortuitgang ons een leven van overvloed geven?

Marc Andreessen is een grote kale man van in de 50, miljardair. Je kent hem waarschijnlijk niet. Toch is er een grote subcultuur waarin hij bijna heilig is verklaard. En dat is niet geheel onbegrijpelijk, want je gebruikt dagelijks zijn belangrijkste vinding: de internetbrowser. Hij is oprichter van Mosaic, de moeder aller internetbrowsers, waarmee het Internet toegankelijk werd voor het grote publiek.

Met de verkoop van de vele bedrijven die hij heeft opgericht, heeft Andreessen een fortuin vergaard. Daarmee is hij een investeringsfonds gestart waarmee hij uitgroeide tot een van de grootste en meest gerespecteerde Venture Capitalists in Silicon Valley. Invloedrijk dus. Zijn blogs worden verslonden als heilige geschriften binnen de Tech wereld. Zo ook een recent stuk, waarin hij betoogt dat Artificial Intelligence (A.I.) de wereld gaat redden.

De wereld redden… Dat is geen klein bier. Hoe dan?

Allemaal een assistent

A.I. wordt “a way to make everything we care about better“, zegt Andreessen. Het wordt namelijk mogelijk om menselijke intelligentie na te bootsen. En juist deze menselijke intelligentie heeft geleid tot wetenschap, technologie, filosofie, ethiek, kunst, enzovoorts: “Without the application of intelligence on all these domains, we would all still be living in mud huts, scratching out a meager existence of subsistence farming. Instead we have used our intelligence to raise our standard of living on the order of 10,000X over the last 4,000 years.” Nog meer (kunstmatige) intelligentie zal onze vooruitgang enorm doen versnellen.

Andreessen is niet alleen. Sam Altman is de oprichter van toch wel het meest bekende A.I. bedrijf van afgelopen jaar: OpenAI. Hij beweert dat “A.G.I. is probably necessary for humanity to survive–our problems seem to big to solve for us to solve without better tools 🙁“. A.I. is noodzakelijk om onze problemen op te lossen, om überhaupt te overleven.

Ook Bill Gates, die je kent als oprichter van Microsoft, sluit aan in stoet en kwam onlangs met een essay waarin hij aangeeft dat A.I. ons eindelijk de mogelijkheid gaat geven om dingen te doen die voorheen technologisch nog niet mogelijk waren: “The rise of AI will free people up to do things that software never will—teaching, caring for patients, and supporting the elderly, for example.” Onze productiviteit zal enorm toenemen doordat met behulp van A.I. persoonlijke agents zullen worden ontwikkeld. Dat kan een agent zijn die al jouw lastige (financiële) administratie overneemt en daarin adviseert. Of een agent die afspraken maakt en beheert. Hierdoor houd je tijd over om andere dingen te doen. Bijvoorbeeld mantelzorg, of ouderenbezoek, zo verwacht Gates.

De zin van het leven

Andreessen en de zijnen zijn niet alleen optimistisch dankzij A.I.. Ze zijn optimistisch over de toekomst vanwege alle technologische vooruitgang die ze voorzien. Ze noemen zichzelf techno-optimists. Recent schreef Andreessen een manifest voor de techno-optimist:

We can advance to a far superior way of living, and of being. We have the tools, the systems, the ideas. We have the will. It is time, once again, to raise the technology flag. It is time to be Techno-Optimists.

Daaraan ten grondslag ligt een wereldbeeld dat gebaseerd is op het idee dat het materiële ons geluk gaat brengen. Wanneer iedereen genoeg heeft in materiële zin, zijn alle wereldproblemen opgelost. Daarmee is technologie richtinggevend voor de zin van het leven. Zelfs religie is mogelijk dankzij technologie:

“Techno-Optimism is a material philosophy […] We are materially focused, for a reason – to open the aperture on how we may choose to live amid material abundance. […] Material abundance from markets and technology opens the space for religion, for politics, and for choices of how to live, socially and individually. […] We believe technology opens the space of what it can mean to be human.”

God

Het zijn geen kleine jongens, deze techno-optimisten. Ze hebben enorm veel invloed in de Tech wereld. En Tech heeft een enorme invloed op ons leven. Het wereldbeeld van deze mensen is de basis voor een wereld die ze actief proberen vorm te geven. Ze spreken daar heel duidelijk over. Technologie is God en ze bouwen aan het paradijs.

“We can see more of God in a cellphone than in a tree frog”, gelooft Kevin Kelly, journalist en ingewijde in Solicon Valley. Bestaat God dan? “Not yet”, volgens Ray Kurzweil, Amerikaans futurist, Google medewerker en techno-optimist die alle andere techno-optimisten doet verbleken.

Overvloed voor iedereen

De techno-optimisten reduceren de problemen in de wereld tot materiële problemen. Met genoeg intelligentie kunnen we elk probleem te lijf. “Smart people and smart societies outperform less smart ones on virtually every metric we can measure”, gaat het manifest verder.

Hebben we te weinig energie om in onze groeiende behoefte te voorzien? Schaarste van bestaande energiebronnen zal het economisch gezien vanzelf aantrekkelijk maken om onze intelligentie aan te wenden om nieuwe energiebronnen te ontwikkelen. Bestaande energiebronnen worden immers erg duur en nieuwe energiebronnen worden steeds goedkoper en dus aantrekkelijker.

Armoede in de wereld? Het gevolg van al die technologische innovatie is dalende prijzen. Een potlood bijvoorbeeld is enorm complex om te maken, toch is deze erg goedkoop. De rijke en de arme drinken dezelfde cola, met meer geld koop je geen betere cola. Dat is waar we naar op weg zijn: “Technology lets you do more and more with less and less until eventually you can do everything with nothing.

Honger? Kwestie van tijd totdat we voedsel slim genoeg kunnen produceren zodat er voldoen betaalbaar en voedzaam eten is voor iedereen. Net zoals innovatie in de landbouw leidde tot de ‘Groene Revolutie’ in de jaren ’60-’80 in Azië.

Pandemie? Vaccinaties binnen een paar maanden. Als we maar willen en er in geloven.


Hoe vind je zelf dat het gaat?

De techno-optimist is duidelijk: we hebben ons altijd uit de problemen geïnnoveerd en zullen dat ook in de toekomst doen. De combinatie van groeiende intelligentie, een overvloed aan energiebronnen, en economische krachten zal er toe leiden dat materiële overvloed voor iedereen betaalbaar wordt.

Is dat zo? Wat zien we daarvan terug? Het is niet dat we pas vandaag begonnen zijn met innoveren. Sinds het bestaan van de mensheid zijn we al vooruitgang aan het boeken op technologisch vlak. Technologische innovatie kreeg een enorme boost toen steenkool als energiebron werd uitgevonden, wat leidde tot de Industriële Revolutie.

Toch zitten we na al die eeuwen nog in grote problemen. Hebben we armoeden en honger nog niet opgelost. Sterker nog, er lijken alleen maar problemen bij te komen. Klimaatverandering, economische ongelijkheid, migratie. Het wordt er allemaal niet makkelijker op.

Collateral damage

Zou een kinderarbeider in India blij worden van deze vooruitzichten? Zou een alleenstaande moeder in Malawi, de eindjes aan elkaar probeert te knopen om haar kinderen niet te laten verhongeren, technologische ontwikkelingen op de voet volgen? Zou een van de 650 miljoen mensen die in extreme armoede leeft hoop putten uit het techno-optimisme? Ik verwacht van niet.

Nu kun je zeggen: dat de vooruitgang nog niet tot die landen en individuen is doorgedrongen, ligt er niet aan dat de mogelijkheden er niet zijn, maar aan innovatie-remmende oorzaken, zoals corrupt bestuur, of gebrekkige infrastructuur (opnieuw: technocratische systemen). Waarom heeft technologie daar dan nog niet een oplossing voor geleverd? Daarnaast, ook het Westen kent toch armoede, oorlog en honger?

Technologische vooruitgang helpt ons zeker naar meer en nieuwe mogelijkheden. Het kan mooie dingen opleveren. Maar even zo vaak blijken er gevaren en problemen aan te kleven die we niet hadden voorzien. Verliezen we onderweg niet te veel? Hoeveel collateral damage moeten we nog verstouwen, terwijl we wachten op een volgende probleemoplossende innovatie?

Er is al overvloed

Maar wellicht veel belangrijker: er is al lang genoeg voor iedereen! Er is genoeg geld om iedereen direct boven de extreme armoede grens te trekken. Er is genoeg voedsel in de wereld om iedereen te voorzien. Het is al lang mogelijk om te stoppen met fossiele brandstoffen.

Natuurlijk is dit allemaal eenvoudig neer te pennen, terwijl de werkelijkheid heel complex is. Er spelen veel belangen die niet altijd zo maakbaar zijn als we zouden willen. Ik zeg ook niet dat het simpel is. Maar het beeld dat er tekort is klopt simpelweg niet. Er is al overvloed. Voor oplossingen van wereldproblemen hebben we echt wat anders nodig dan technologische innovatie, of materiële overvloed.

De techno-optimist etaleert niet alleen een onjuist wereldbeeld, het is een gevaarlijk wereldbeeld. Alle aandacht voor de oplossing van problemen door technische innovatie leidt af van waar het werkelijk om zo moeten gaan, namelijk: hoe kan het dat, terwijl er materiële overvloed is, toch niet iedereen genoeg heeft?


Sociale status

Wat is dan het echte probleem? Het simpele antwoord is: we zijn onverzadigbaar. We zijn onverzadigbaar omdat we enorm sociale wezens zijn, de meest sociale op deze planeet. Daarom vinden we het erg belangrijk wat anderen van ons vinden, wat onze status is. Dat we zo werken is een biologisch gegeven, blijkt keer op keer uit onderzoek.

Deze status proberen we zo veel mogelijk op te poetsen. We zijn amper opgewassen tegen de krachten van onverzadigbaarheid. We zijn er goed in onszelf te vergelijken met onze sociale omgeving. We spelen eindeloze ‘status spelletjes’. We zijn snel jaloers en willen niet teveel achter blijven op onze vrienden.

Onze materiële welvaart is een zichtbare manier om onze status te verbeteren en onze positie op de sociale ladder te verhogen. Buren van lotterijwinnaars blijken zich niet zelden in de financiële afgrond te storten omdat ze meer geld uitgeven dan ze hebben. Het zit heel diep in ons. De vervolgvraag is dan, hoe gaan we met die onverzadigbaarheid om? Hoe beteugelen we die?

Morele kaders

De grondlegger van het kapitalisme, Adam Smith, was zich als moraalfilosoof erg bewust van onze onverzadigbaarheid. Gedurende zijn economische uitstapje (economie was ten tijde van Smith een minder groot uitstapje van moraalfilosofie dan nu; het waren toen beide subvelden van sociale wetenschap) stelde hij dan ook stevige grenzen aan het kapitalisme en droeg de overheid op als marktmeester deze grenzen te bewaken.

De kaders die de overheid moest neerzetten waren inherent moreel: Wat mag nog wel en wat niet meer? Wat is goed en wat is fout? Het waren morele kaders, die onze onverzadigbaarheid moesten beteugelen. Politiek ging dan ook over hoe verschillende morele wereldbeelden concreet gemaakt moesten worden in de maatschappij.

Maar het gaat in de politiek niet meer over wereldbeelden. Het morele gesprek is uit de publieke ruimte verdreven. De overheid heeft haar macht over de markt verloren aan het bedrijfsleven en is marktmeester zonder aanzien geworden. Het bedrijfsleven bestookt ondertussen de burger met eindeloze reclames om onze onverzadigbaarheid te laten groeien.

Niet technologie, maar jezelf

Wanneer we de beschikbare overvloed willen aanwenden om wereldproblemen op te lossen, zullen we moeten beginnen met onze onverzadigbaarheid te beteugelen. Daarmee ontstaat ruimte om te delen. De publieke ruimte is een uitstekende plek om het gesprek over (morele) wereldbeelden (weer) te voeren.

Waar ons dat zelf niet lukt, moeten we niet bang zijn de overheid ons daarbij te laten helpen. Wanneer de regels tenminste democratisch tot stand komen, en voor de hele markt gelden. Dus ook voor het bedrijfsleven. Daar heeft de overheid een forse inhaalslag te maken.

Tegelijk kunnen we dichterbij huis beginnen. Ook wij kunnen in onze relaties eerlijk en kwetsbaar zijn. Laten we elkaar bevragen op ons wereldbeeld, ons mensbeeld. Erkennen dat we soms meer willen dan we nodig hebben. Mild zijn naar anderen. Een beetje meer geven dan nemen.

De techno-optimist is heel expliciet over haar mensbeeld: gedreven door zelfzucht innoveren we ons naar een wereld van overvloed. Geloof je dat? Zie je dat? Is dat een wereld waarin je wilt leven? Of geloof je in menselijkheid, en liefde voor elkaar? Een betere wereld begint niet bij technologische innovatie, maar bij jezelf.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven